Ook dit jaar stond stage lopen op het programma. 2 dagen in de week 9 weken lang. Ik liep stage samen met Marieke op het Den Hulster college in Venlo. Ik kijk terug op een zeer goede en leerzame ervaring. We hebben diverse onderdelen van het onderwijs gezien. We hebben lessen zelf in elkaar gezet voor bepaalde groepen en hebben o.a. meegeholpen aan culturele avonden. Dit hield in dat leerlingen zich op konden geven voor een voorstelling. Ze hadden zelf van alles gemaakt en gingen dit in de vorm van een modeshow laten zien aan het publiek. In de lessen didactiek hebben we ook regelmatig teruggekeken en gereflecteerd over onze stage ervaringen. Ten slotte hebben we onze eigen visie over het beeldend onderwijs zelf geformuleerd.
Visie beeldend onderwijs:
Ik denk dat op school een groot deel van de opvoeding plaatst vindt. Je hebt als docent een voorbeeldfunctie. Niet alleen jij als docent zelf, maar de gehele school. Goed overleg over het hanteren van regels, ervaringen en nastreven van eigen en andermans idealen mogen niet ontbreken. Zien, ervaren en doen staat centraal binnen mijn vakvisie. Ontspannen sfeer, even weg uit alle cijfertjes en lettertjes, en gewoon lekker bezig zijn met de handen. Nadruk ligt op de praktijk, beknopte theorie, versterkt met veel beeldmateriaal. Ook ben ik een voorstander van leerlingen samen laten ontdekken en het zelf zoeken naar antwoorden. Niet alles moet worden voorgekauwd. Reflecteren op het eigen, en andermans, verrichtte werk is ook een belangrijk punt binnen mijn visie. Wel hecht ik waarde aan een terugkerende structuur en overzicht in mijn lessen. Prettig voor zowel mijzelf als de leerling. Ik vind het belangrijk dat iedere leerling de basis van het vak meekrijgt. Ik ben een groot voorstander van het benoemen en belonen van wat iemand WEL kan. Ik vind het heel belangrijk om een leerling aan te spreken op goed gedrag/werk. Twee woorden die ik erg belangrijk vind zijn: fantasie en creativiteit. Mijn doel is dat leerlingen door Beeldende Vorming en CKV hun fantasie leren ontwikkelen en hun creativiteit onder controle leren te krijgen. De fantasie en creativiteit ondersteunen het doen.
Hoe zie ik dit terug op mijn stageschool?
Als ik kijk naar mijn essentiële begrippen zien, ervaren en doen kan ik zeggen dat op onze stageschool het allemaal nog dicht op elkaar ligt. Mogelijkheden voor de kinderen om echt een eigen inbreng in de opdracht te geven en echt veel creativiteit moeten gebruiken kan ik niet zeggen. In de opdrachten zie ik daardoor ook weinig variatie in het uiteindelijke werk. Reflectie zie ik wel terug. Er wordt samen besproken waarom een kind dat of dat cijfer krijgt. Ze kunnen dan nog iets aanpassen en het werk sterker maken. Wat ik met name belangrijk vind is de planning en structuur van mijn lessen. Dit mis ik heel erg op stage. Ik merk dat het tempo van de leerlingen gigantisch ver uit elkaar ligt en dat dit als het ware ook niet gestimuleerd wordt om dit dichter bij elkaar te brengen. De een is klaar terwijl de ander net z’n ontwerp af heeft. Dit vind ik voor mezelf als docent heel lastig te coördineren.
